cvingambia.reismee.nl

Hakuna Mattatta

Zondag 8 april (Vrolijk Pasen!)

Na het afscheid in Jan Jan Burey zijn we begeleid geweest door Omar, de zoon van de gastvrije mensen waar we deze nacht verbleven hadden. We aten voor het eerst mango's en door te observeren kan je heel veel leren. Ook hoe je op een Gambiaanse manier een mango eet. Vanuit Bansang namen we de bushtaxi naar Basse Santa Su. In een vrij verlaten gat hebben we maar liefst drie uur zitten wachten op het volgende busje richting Manda, net voorbij de grens met Senegal. Er moesten nog twee plaatsten gevuld worden in het busje vooraleer we konden vertrekken maar dit bleek maar niet te lukken. Ze vroegen aan ons om als blanken de twee overige tickets te betalen. Na onderhandelen heeft het clubje ‘toubabs' en het clubje ‘ nedkunjuls' elk een ticket betaald. Het was een lange, zweterige, hobbelige en stoffige rit. Aan de grens kregen we een stempel en werd onze identiteit gecontroleerd. We konden van geluk spreken dat we nog dalasis hadden kunnen wisselen voor CFA's zodat we onze bushtaxi konden betalen naar Tambacounda. Van afstandelijkheid was totaal geen sprake, we zaten met vijf op een bankje gepropt. Daarna stapten we over in een taxi die ons naar een auberge bracht. Daar moesten we onderhandelen voor een slaapplaats. Om de kosten te drukken sliepen we met drie in een tweepersoonskamer. We hadden helaas geen geld genoeg om onze slaapplaats te betalen. Door de feestdagen waren alle banken en wisselkantoren gesloten. We gingen wanhopig op zoek naar geld. Wees gerust, we hebben niets fout gedaan, we haalden tenslotte geld uit de muur met onze VISA - kaart. We maakten voor het eerst kennis met de straatrestaurantjes van Senegal. We aten een heerlijke spaghetti met mayonaise, aardappel, ei en ajuin. We constateerden ook meteen dat we ook hier blanke ‘toubabs' zijn en dat ons Frans toch niet zo goed is als ons Engels of Vlaams. Na een verfrissende douche lagen we met zen drieën dwars op een tweepersoonsbed. De tv kondigde aan dat Tom Boonen de winnaar was van Parijs- Roubaix! Proficiat Tommeke!

Maandag 9 april (paasmaandag)

Bij een nachtelijk bezoek aan het toilet ontmoette Katrien de plaatselijke toiletbeestjes: kakkerlakken. Charlotte besloot om toch maar niet naar het toilet te gaan. Om 8 uur namen we ons ontbijt: 3 halve symfoo's, boter, koffie en melk, elk aan een apart tafeltje. Nadat we onze schulden vereffend hebben kwamen we te weten dat alle toeristische bureaus gesloten waren door de feestdag. Ze gaf de naam van een hotel waar we desondanks en voor een hogere prijs toch nog een safari konden boeken. Op weg naar het hotel kwamen we een bakkerij tegen waar we ons middageten wilden kopen, maar alles was hard. Ze bakken blijkbaar ‘s middags pas hun waren.
Onderweg naar het hotel kwamen we toch een toeristisch Senegalees bureau tegen dat open was. Daar konden we een safari regelen voor drie dagen met alles inbegrepen. We kregen ter plekke een middagmaal voorgeschoteld en melk met brokken. We lieten vlug nog even weten aan de anderen dat alles dik in orde is en dat we geen bereik hebben met onze Gambiaanse SIM - kaart. Rond kwart voor vier vertrokken we naar het park, Niokolokoba. We gingen nog vlug langs enkele winkels voor eten en voelden ons als vuile toeristen in onze safari auto. Onderweg naar het park hoopten we op een fris windje, niet dus! Het leek of de verwarming ook buiten aan stond. Tegen 6 uur waren we in het park en zagen we onze eerste dieren. We zagen meerdere eekhoorntjes, apen, antilopes, hartebeesten, verschillende vogels, een soort kalkoenen en wrattenzwijnen. 's Avonds sliepen we in een hutje met verschillende dierengeluiden op de achtergrond, die voor ons nog onbekend waren.

Dinsdag 10 april

Na een hete, zweterige en lawaaierige nacht verfristen we ons op traditionele wijze in een rieten hut met bekertjes water. We kregen een ontbijt met tapalapa, boter, confituur, warme melk, koffie en gapende apen die maar al te graag een stukje van ons ontbijt zouden meepikken. Toen we opnieuw vertrokken met onze safari - jeep kwamen we een gezinnetje wrattenzwijnen tegen. De mama en papa waren ijverig aan het wroeten in de grond terwijl het baby'tje heen en weer huppelde tussen de mama en papa. 's Middag gingen we met ons ondergoed de Gambia rivier in. We hadden onze bikini niet mee... Moussa, onze gids, die anders niet zo spraakzaam was, riep ‘ un serpent, un serpent!'. De schrik vloog Veerle om het hart, ze greep Charlot bij de arm en we spurtten allen uit het water. Toen we uit het water waren bleek het om een tak te gaan. Onze gids bleek niet alleen zwijgzaam te zijn maar ook nog slechtziend.

In een controle post kregen we iets te eten en douchten we ons. Tegen 16.00 uur namen we zelf het voortouw om toch maar eens te vertrekken. Bij terugkomst in ons campement namen we een duik in ons natuurlijk zwembad. Deze keer in bikini.

Woensdag 11 april

We stonden opnieuw op om 8.00 uur, zoals we eergisteren hadden afgesproken. Onze gids begon plots heel erg ongeduldig te doen en zei ons dat we eigenlijk al hadden moeten vertrokken zijn om naar de nijlpaarden te gaan kijken. Er was ons niets gezegd en we konden dit dus niet weten. In de voormiddag zagen we Niokolo Koba, het luipaard. Hij zit opgesloten omdat zijn mama neergeschoten was wanneer hij klein was. Hij werd opgevoed in Frankrijk en na enkele jaren werd hij terug gebracht naar het park. Aangezien hij niet kan overleven in het wild werd hij in een grote kooi gestopt. Zo kan hij in zijn eigen omgeving toch overleven. Tot voor kort zat er nog een meisjes luipaard, Bajar, in de kooi maar ze overleed na een poging om de kooi te verlaten. Ze overleed aan haar verwondingen. Deze twee dieren stonden symbool voor de samenwerking tussen Senegal en Guinee.

's Middags gingen we opnieuw zwemmen, we wilden niet aangevallen worden door krokodillen, slangen en andere vreemde wezens dus namen we genoegen met een heel klein stroompje water dat toch voor wat afkoeling zorgde. We controleerden voor alle zekerheid toch maar het begin van ons stroompje, je weet maar nooit wanneer er een krokodil mee drijft. Onze gids werd alweer nerveus en riep ons terug om naar ons campement terug te keren. Eenmaal aangekomen in campement du lion verorberden we de andere helft van onze ‘ barre patissière'. Om zeventien uur gingen we te voet onze tweede poging wagen bij onze ‘hippo's', tot onze grote verbazing zagen we een dozijn nijlpaarden drijven. De oortjes flapperden van zowel de kleine, grote, dikke en hele dikke nijlpaarden. Ze groetten ons nieuwsgierig en maakten er de passende geluiden bij. We waren verrast van de grote van het beest toen we de beesten zagen geeuwen. Onze gids vertelde ons dat zo'n beest tot drie ton kan wegen. Hoe kan het dan drijven?! Er zal ongetwijfeld wel een wetenschappelijk uitleg voor zijn maar daarvoor heb je een goede gids nodig. Geïnspireerd door de nijlpaarden keerden we terug naar ons eigen natuurlijk zwembad. Voor ons was het althans niet moeilijk om te drijven. Onze zuigende vrienden waren opnieuw aanwezig. We werden ook begluurd door een leger apen. Het klinkt misschien allemaal ongeloofwaardig maar wij moesten ons ook even in onze arm knijpen om het te geloven.

Voor het donker waren we terug veilig thuis in ons bescheiden hutje. We vonden dat een tweede muskietennet wel voor meer slaapcomfort kon zorgen. Voor we onze rieten deur dichtsloegen waren we verwonderd door de bliksem, zonder donder! Het enige gedonder dat we die nacht hoorden was het naar beneden vallen van de palmboombladeren, dit maakt overigens een oorverdovend en hels kabaal. Katrien controleerde meerdere malen met de zaklamp of de deur wel dicht bleef. De wind bracht veel lawaai met zich mee maar gelukkig ook een beetje koelte die door de kieren van onze gevlochten muren glipte.

Donderdag 12 april

We waren vroeg uit de veren om het park te verlaten richting Tambacounda. Enkele wrattenzwijnen kwamen nog afscheid nemen langs de kant van de weg. Eerst werden we nog eens goed door elkaar geschud, we moesten echter voelen dat we op safari waren geweest. Onderweg kregen we autopanne. Onze chauffeur had op een bepaald moment de ontkoppelingspedaal in zijn handen. We stapten over op een bushtaxi. Tegen twaalf uur zaten we al in een sept-place richting Kolda. We zaten met ons drieën op de achterbank (koffer) geplakt, de benen dubbelgevouwen , de rug schuin, zweet overal en dat voor vijf uren, zonder pauze. Gelukkig bood ons luxueus logement veel rust en ontspanning. Ook de massage had daar een invloed op. We genoten van een heerlijke maaltijd, van een heerlijke douche maar zelf in een luxueus verblijf ben je niet vrijgesteld van beestjes. Veerle werd gestoken door een wesp. Het gif zoog ze er snel uit, dus heeft ze helemaal geen last van jeuk.

Vrijdag 13 april

Op het gemak genoten we van ons ontbijt en van een duikje in het zwembad. Tegen elf uur gingen weer op pad en beslisten we om te liften. We gingen te voet op weg naar Ziguinchor, er stopte een auto die naar Sedhiou reed. We negeerden de lift omdat we dachten dat het niet ver was maar eigenlijk kon deze lift ons al 90 kilometer verder gebracht hebben. Na 2 kilometer wandelen nam een taxichauffeur onze moed even af. Hij zie dat we nooit in Ziguinchor zouden geraken door te liften. We raapten onze moed weer samen en stapten verder. Uiteindelijk werden we meegenomen door een vriendelijke opa. Hij zou ons meenemen voor 32 kilometer. De man aan het stuur had nog in Parijs gewerkt en zijn twee kinderen wonen daar nog steeds. Hij was zelf op de hoogte van onze politieke problemen in België. Na 39 kilometer stopte de man en laadde hij zijn boodschappen uit. Wij moesten van de man in de auto blijven zitten en zijn broer zou met ons nog wat verder rijden. Het was een lange tijd geleden dat we nog in zo'n luxueuze auto hadden gezeten. We haalden maar liefst 140 km/u en we hadden airco! Na 100 kilometer kwamen we toe in een garage waar we onze volgende sept-place namen. Een goede 3 uur later kwamen we aan in Ziguinchor. Terwijl we op Ruben wachtten werden we lastig gevallen door een dronken man. Hij beweerde bij hoog en bij laag dat hij geen druppel alcohol had aangeraakt. Wij roken het tegendeel. We probeerden hem af te schepen door hem op een lijntje te laten lopen waarbij hij de volgende straat in moest lopen in de hoop dat hij de weg niet meer terug zou vinden. Tevergeefs, hij kwam zwalpend terug. We werden gered door Ruben en hij loodste ons naar een veiligere plek. Daar werden we vriendelijk onthaald door Cara, Yolan en de vrienden van Ruben. We wisselden onze wilde verhalen uit en wandelden onze verblijfplaats tegemoet. Dit ging gepaard met stevig onderhalen van de prijs. Die avond gingen we met ons vijven uit eten. Charlot en cara genoten beiden van een Senegalees baobabsapje. Katrien en Veerle genoten van het optreden vanuit hun bed terwijl de andere gezellig aan het shaken waren op de Afrikaanse beats. Voldaan kroop iedereen uiteindelijk onder het laken. (De term laken mag niet letterlijk worden genomen, op dat moment kon niemand echter nog een laken verdragen).

Zaterdag 14 april

We ontwaakten in ons kleine kamertje in Ziguinchor. Ons plan was om naar Cap Skerring te gaan om daar te jetskiën, te overnachten en om zondag terug naar huis te keren via Ziguinchor. In plaats van de lange, hobbelige ritten die we gewoon waren, kwamen we al na één uur op onze bestemming aan. In Cap Skerring gingen we op zoek naar een jetski . We vroegen het aan verschillende mensen en uiteindelijk verwezen ze ons door naar ene André. Een jongeman, die leerde rijden, wou ons achteraf begeleiden tot het strand waar André, de man die we zochten, zat. Bij André konden we een jetski huren waarbij we elk een kwartier konden rijden en elk een kwartiertje achterop konden zitten. Iedereen zag er enorm stoer uit, hoe kan het ook anders! Op het einde wilden we nog een foto nemen met ons vijven op de jetski. Dit bleek echter moeilijker te zijn dan we dachten. Bij de eerste poging zaten we al met z'n vieren op de jetski , toen Yolan als laatste langs de zijkant wilde opstappen, viel de jetski om. Bij de tweede poging zat Charlot aan het stuur en moest Yolan er alweer als laatste op proberen te stappen. Toen Yolan besliste op te stappen besliste Charlot de motor aan te zetten en het gaspedaal in te drukken. Het gevolg daarvan was een gigantische waterstraal in Yolan haar gezicht. Yolan belande opnieuw in het water. Wij vaarden 2 meter vooruit, onze jetski draaide parallel met de golven. Charlot probeerde ons nog te redden door de Jetski terug loodrecht op de aanstormende golf te richten. Toch besliste de golf om ons er nogmaals af te gooien. We namen dan maar een stilstaande foto in het ondiepe water. Na ons geslaagd avontuur besloten we om nog die avond terug te keren naar Ziguinchor. Helaas hadden we geen Senegalees geld meer. In Cap Skerring konden we onmogelijk geld wisselen, dus zochten we naar een bereidwillige chauffeur die ons naar Ziguinchor wilden brengen zonder dat we op voorhand betaalden. In Ziguinchor bleek het dan ook nog eens onmogelijk te om Dalasis te wisselen in CFA's, daarom beslisten Cara en Veerle om 50 Euro te wisselen in winkel net buiten de garage. Dit leek eerst niet te lukken maar toen de man medelijden begon te krijgen, speelden ze alle twee verder in op het gevoel. Veerle barstte bijna in tranen uit. Daarop haalde de man zijn broer erbij die voor een goede prijs de 50 euro wisselde. Nadat we onze auto betaalden, namen we een taxi naar Rubens familie. Ruben was aangenaam verrast dat we plots opnieuw voor de deur stonden. We gingen vlug ons hotel bevestigen voor de tweede nacht en toen gingen we samen met Ruben goedkoop en lekker in een straatrestaurantje iets knabbelen. Daarna wilden we nog een baobabsapje drinken, Helaas, uitverkocht! Laten we dan maar een ijsje eten, helaas, uitverkocht! Die avond ging iedereen, behalve Charlot, nog naar een privéfeestje met Ruben en zijn vrienden. We dansten in de blacklights waarbij we constateerden dat onze ogen en tanden meer reageren op het licht dan de zwarten. We kregen ook nog een dessertbordje met popcorn, een cakeje, oliebollen en een glaasje baobab. ( Voor Charlot smokkelden we enkele waren mee naar huis). Dit was ideaal om onze laatste avond in Senegal af te sluiten.

Zondag 15 april

's Morgens namen we definitief afscheid van Ruben en zijn familie. Op het einde van de straat splitsten we ons opnieuw op. Yolan, Charlot en Veerle gingen meteen naar de garage om een sept-place te reserveren tot net voorbij de grens. Cara en Katrien maakten een tussenstop bij de bank. Zo konden we ons vervoersmiddel wel op voorhand betalen. Tegen 10.30 uur vertrok onze auto richting The Gambia, op weg naar huis. Onderweg moesten we maar liefst vijf keer uitstappen om ons te laten controleren of onze internationale paspoort te laten bestempelen. Net voorbij de grens namen we een bushtaxi richting Brikama. Aangekomen in Brikama splitsten we ons opnieuw op. Cara en Yolan wilden nog naar het slangenpark gaan maar voor Veerle, Charlot en Katrien waren 10 dagen genoeg geweest. Tegen 15.30 uur waren de drie trekkers thuis. De boodschappen van Bijilo werden in de koelkast gelegd, de baobab werd te water gelaten, onze trekrugzak werd geleegd, onze magen werden gevuld en daarna rustten we uit. Cara en Yolan kwamen iets later terug met een reeks foto's, mopjes van de slangen uit Kartong. Om 21.00 uur deed bijna iedereen een power-nap. Een uurtje later dronken we een glaasje Baobsap om daarna vertrokken we naar Senegambia om rond middernacht Katrien haar 21ste verjaardag te vieren.

Maandag 16 april (gelukkige verjaardag Katrien!)

Cara en Veerle stonden om 8 uur op en maakten een verjaardagsontbijt klaar voor Katrien. Na het ontbijt op bed deden de meesten nog een dutje. Toen Katrien naar het internetcafé vertrok had de rest het kot breed om een zelf een trotter over west-vlaanderen te maken. Het meest ideale verjaardagscadeau voor een Oost-Vlaamse die drie maanden moet samenleven met vier West-Vlamingen.
's Middags gingen we met kebbie en Théodore gaan eten in het lokale restaurant: Kadie, kadie. Na de heerlijk, snelle, Afrikaanse maaltijd gingen Cara, Katrien en Veerle hu n vlucht naar België bevestigen. Katrien vliegt blijkbaar een dagje later terug.
Ondertussen zaten Yolan en Charlot op een cafeetje iets te drinken en reggaemuziek te kopiëren. Daarna werd er gewerkt voor school, de blog geschreven enz..
's Avonds aten we nog iets klein en trakteerde Katrien op een drankje.

Dinsdag 17 april

Een dagje om het eens wat rustiger aan te doen. Ons opnieuw voorbereiden op de halve schoolweek. Enkelen gingen nog wat souvenirs en didactisch materiaal halen in Serrekunda en Sanchaba. Een dagje met weinig interessante verhalen, maar hij deed wel enorm veel deugd!

Reacties

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!